Leider "verspreekt" zich bij noemen van kaart in blinde.
Spelverdeling
Deler: Kwestb.: Soort:
B854
10963
52
A32
H93
HB72
6
HVB64
N W O Z
AV76
V84
873
1098
102
A5
AHVB1094
75
Zuid speelt 3 Sa.
Eerste slag: West komt uit met H en leider laat blinde de slag maken met A.
Tweede slag: Leider zegt "klaver 2". Blinde pakt 2 om te spelen en Oost 10.
Zuid pakt A uit zijn hand maar stopt met deze handeling omdat hij ziet dat 2 in de blinde ligt en zegt: "Sorry, ik bedoel natuurlijk 2".
Afhandeling:
De WL zal uit moeten zoeken of de leider ook maar een splitseconde van seconde heeft overwogen 2 te willen spelen en daarna van gedachten is veranderd naar 2 of dat sprake is van concentratieverlies.
Is van beide geen sprake dan mag 2 vervangen worden. Zoniet dan is 2 de gespeelde kaart. Art.45B.
Verder zal de WL uit moeten zoeken of de handeling van de leider met ruiten A nu als een gespeelde kaart moet worden opgevat of niet. Art.45C2.
Is de conclusie dat de handeling zover is gegaan zodat gesteld moet worden dat de kaart is gespeeld art.45C2 dan is het te laat om de onopzettelijke aanduiding te herstellen en blijft de 2 de gespeelde kaart. Leider mag nu wel zonder verdere rechtzetting A vervangen door een kaart.
Is de conclusie dat de kaart nog niet als gespeeld moet worden beschouwd dan mag de onopzettelijke aanduiding van 2 vervangen worden door 2. Art.45C4b.
De bijgespeelde 10 van Oost mag zonder verdere rechtzetting terug in de hand maar is wel OI voor de leider. Art.16D
Opmerking:
De moeilijkheid bij dit vraagstuk is het antwoordt op de vraag: "is er sprake van concentratieverlies". Het spreek voorzich dat geen bridger door zal willen gaan met het spelen van de kleur, maar dat is nog geen rede om het spelen van 2 te wijzigingen in 2.
Zuid die na de uitkomst direct 9 slagen telt en geen mogelijkheid ziet voor overslagen en dan even niet goed oplet wat hij zegt en pas op een laat moment merkt dat 2 is gespeeld, maakt het voor de arbiter niet makkelijk.
Het zelfde voorbeeld als in 1.
Zuid speelt weer 3SA en West komt uit met H.
De leider neemt op tafel met het aas en zegt nu; "De 2". Blinde pakt nu 2 om te spelen en Oost 10.
Zuid pakt A uit zijn hand maar stopt met deze handeling omdat hij ziet dat 2 in de blinde ligt en zegt: "Sorry, ik bedoel natuurlijk 2".
Afhandeling: "De 2" is een onvolledige aanduiding dus is niet art.45C4 van toepassing maar art.46B3.
Leider noemt de hoogte van de kaart maar niet de kleur.
Zie voor verdere uitwerking voorbeelden art.46B
Het zelfde voorbeeld als in 1.
Zuid speelt weer 3SA en West komt uit met H.
De leider neemt op tafel met het aas en zegt nu; "een klavertje".
Verder gaat het hezelfde als in voorbeeld 1.
Ook nu zitten we met een onvolledige aanduiding en is niet art.45 van toepassing maar art.46B2.
Leider noemt de kleur maar niet de hoogte.
Zie voor verdere uitwerking voorbeelden art.46B